HOOFDSTUK 87 Al-A’laa (DE ALLERHOOGSTE)

GEOPENBAARD TE MAKKAH 19 verzen

Algemene opmerkingen:

Daar het vorige hoofdstuk de aandacht gevestigd heeft op de moeilijkheden, waarmee de Heilige Profeet (s.a.w.) te kampen heeft, vermeldt dit hoofdstuk een belofte, dat deze moeilijkheden uit de weg zullen worden geruimd: Wij zullen uw weg effen maken tot een gemakkelijke toestand. De titel van dit hoofdstuk is ontleend aan het bevel tot de Heilige Profeet (s.a.w.) om de Allerhoogste Heer te verheerlijken, en wijst aldus op de hoge positie, waartoe hij zou opklimmen. De vermelding van de schriften van Ibrahiem en Moesa (a.s.) in het laatste vers dient niet alleen om aan te tonen, dat de Heilige Qoer-An in zijn grondbeginselen met de vroegere schriften overeenkomt, maar ook dat die schriften voorspellingen bevatten aangaande de komst van de Heilige Profeet (s.a.w.)

Biesmiellaahier - Rahmaanier - Rahiem.

In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

1 Verheerlijk de Naam van uw Heer, de Allerhoogste.

2 Die schept en vervolmaakt,

3 En die bepaalt en leidt, 1402

4 En Die het gewas voortbrengt,

5 En het dan doet verdorren.

6 Wij zullen u weldra onderwijzen zodat gij het niet vergeet, 1403

7 Behalve wat Allah wil - Voorwaar, Hij kent het openlijke en het verborgene.

8 En Wij zullen uw weg effenen tot gemak. 1404

9 Maak (anderen) daarom indachtig, voorzeker dit is nuttig.

10 Hij die vreest zal er lering uit trekken;

11 Maar de rampzalige zal zich ervan afwenden,

12 Die het grote Vuur zal binnengaan,

13 Waarin hij noch sterven noch leven zal. 1405

14 Voorzeker, geslaagd is hij die zich loutert.

15 En die de naam van zijn Heer gedenkt en bidt.

16 Maar gij verkiest het leven dezer wereld,

17 Ofschoon het Hiernamaals beter en van langere duur is.

18 Voorzeker, dit is in vroegere geschriften vermeld, 1406

19 De geschriften van Ibrahiem en Moesa (a.s.).

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1402 Alles is naar een zekere maat geschapen, zodat het die grens niet kan overschrijden, en verder heeft Allah elk geschapen ding de weg uitgeduid, waarlangs het tot volmaaktheid kan komen, die daarvoor is bestemd.

1403 Op deze plaats hebben wij een der meest wonderbare mirakelen, die men ooit heeft gezien. Allah liet de Profeet (s.a.w.) de Heilige Qoer-An lezen en het feit dat hij die nooit vergat, is het teken dat die een Goddelijke openbaring is. Hij kon, evenals ieder ander sterveling, licht dingen vergeten, zoals duidelijk in vs. 7 wordt aangeduid, maar nooit vergat hij een woord van de Heilige Qoer-An, hoewel hij soms lange hoofdstukken ontving, die wel twintig paragrafen bevatten, en hoewel hij op andere tijden verzen ontving, die tot hetzelfde hoofdstuk behoorden, met een tussenruimte van verscheidene jaren. Alles wat hij ontving, werd onmiddellijk op schrift gebracht en door zijn vrienden van buiten geleerd; hij kon lezen noch schrijven, noch was hij in het bezit van de manuscripten, zodat hij die zou kunnen raadplegen, en toch vergat hij nooit een woord van de Heilige Qoer-An.

1404 Deze woorden voorspellen de overwinning van de Heilige Profeet (s.a.w.) en de verwijdering van de nood waarin de Islam verkeerde.

1405 Er is geen leven in de hel, want het leven is slechts voor de rechtschapenen; ook is er geen dood, want de dood beduidt een toestand van volkomen rust.

1406 D.i. voorspellingen aangaande de komst, van de Heilige Profeet (s.a.w.) zijn in de vroegere schriften aan te treffen.