HOOFDSTUK 105 Al-Fiel (DE OLIFANT)

GEOPENBAARD TE MAKKAH 5 verzen

Algemene opmerkingen:

Dit hoofdstuk handelt over de bescherming van de Ka’ba tegen de machtige legers van Abraha, de Christen- onderkoning van Jemen, en is de Olifant getiteld, doordat er in het invallende leger olifanten waren. Het houdt een profetische toespeling in op de bescherming van de Heilige Profeet (s.a.w.) zijn machtige vijanden.

Biesmiellaahier - Rahmaanier - Rahiem.

In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

1 Hebt gij niet vernomen, hoe uw Heer de bezitters der olifanten behandelde? 1453

2 Heeft Hij hun plannen niet teniet gedaan?

3 Zond Hij geen zwermen roofvogels op hen neer?

4 En wierpen deze geen klompen klei?

5 En Hij heeft hen als afgegeten stro gemaakt ? 1454

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1453 Dit heeft betrekking op de gedenkwaardige inval in Makkah van Abraha, de Christen onderkoning van de koning van Abessinië, te Jemen. Abraha’s oogmerk was, de Ka’ba te verwoesten, niet alleen om de geestdrift der Arabieren voor de goeddienst naar San’aa af te leiden, waar hij met dat doel een prachtige kathedraal had laten bouwen, maar ook de Arabische handel. Dit leger staat in Arabië bekend onder de naam van ashaab-oel-fiel of de bezitters van de olifant, omdat er in het leger een meer olifanten waren. Het jaar, waarin de inval plaats had, staat bekend onder de naam van het jaar van de olifant, d.i. het jaar 570 van de Christelijke jaartelling, en viel samen met het geboortejaar van de Heilige Profeet (s.a.w.). Daar Abdul Moettalib (r.a.) de Heilige Plaats niet tegen het reusachtige leger beschermen kon en Abraha, die nu op een afstand van ongeveer drie dagreizen van Makkah zijn tenten opsloeg, niet van zijn heiligschennend oogmerk kon afbrengen, bad hij, terwijl hij tegen de deur van de Ka’ba leunde, luide aldus: "Bescherm, Heer! Uw eigen Huis; en laat het Kruis niet over de Ka’ba zegevieren!" en toen begaf de gehele bevolking van Makkah zich naar de heuvels, die om de heilige stad stonden. Onderwijl brak een kwaadaardige soort van pokken of een zekere andere plaag in Abraha’s leger uit, zo hevig, dat het leger in verwarring en ontzetting de aftocht blies, terwijl velen hunner, die hun weg niet terug konden vinden, in de valleien omkwamen, en een deel door overstromingen werd weggemaaid.

1454 De geschiedschrijvers vertellen ons, dat het leger door de pokken werd vernietigd. De vermelding van vogels dient enkel om aan te tonen, dat de vogels zich aan hun lijken vergastten : zij verscheurden het vlees van de dode lichamen door er stenen naar te slingeren. Daarom werden hun dode lichamen bij afgegeten stro vergeleken.