HOOFDSTUK 65 At-Talaaq (DE ECHTSCHEIDING)

GEOPENBAARD TE MADINAH 2 Paragrafen en 12 verzen

Algemene opmerkingen:

Dit hoofdstuk handelt in de eerste paragraaf over zekere voorschriften betreffende de echtscheiding en heet bijgevolg De Echtscheiding. De tweede paragraaf geeft een ondubbelzinnige waarschuwing aan de bewoners van Makkah en toont aan, dat de Heilige Profeet (s.a.w.) hen van de duisternis tot het licht had gebracht. De wet der echtscheiding is de Moeslims reeds in het tweede hoofdstuk gegeven en dit hoofdstuk is als het ware een aanvulling daarvan. De openbaring van dit hoofdstuk kan ongeveer in het zesde jaar van Hiedjra worden geplaatst.

Paragraaf 1 Voorschriften betreffende de Echtscheiding.

Biesmiellaahier – Rahmaanier – Rahiem.

In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

1 O, profeet, indien gij van de vrouwen scheidt, scheidt dan van haar voor de vastgestelde periode en berekent de periode, 1301 en vreest Allah uw Heer. Verdrijf haar niet uit haar vertrekken, noch behoeven zij uit zichzelf weg te gaan (vóór de bepaalde termijn) tenzij zij zich openlijk onbetamelijk gedragen. Dit zijn Allah’s vastgestelde grenzen; en wie de door Allah bepaalde grenzen overschrijdt doet zeker zijn eigen ziel onrecht aan. Gij weet niet; misschien zal Allah daarna iets beter teweegbrengen.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1301 De voorgeschreven tijd is, overeenkomstig 2:228, gewoonlijk drie regels. Maar in het geval van vrouwen die zwanger zijn en in zekere andere gevallen is de voorgeschreven tijd vastgesteld in vs. 4 van dit hoofdstuk. Het hier vastgestelde voorschrift is dit, dat een echtscheiding op een tijd moet worden verklaard, wanneer er geen maandelijkse reiniging plaats heeft, zodat de voorgeschreven tijd voor de echtscheiding onmiddellijk na de verklaring der echtscheiding kan ingaan. Deze woorden sluiten ook de noodzakelijkheid van een tweede of derde echtscheiding uit, want de voorgeschreven tijd moet van het tijdstip, onmiddellijk na de verklaring der echtscheiding, worden gerekend, en een tweede of derde echtscheiding in de loop van de voorgeschreven tijd is zinledig.

2 Als zij dan haar termijn bereikt hebben, neemt haar op een vriendelijke manier terug, of scheidt van haar op een behoorlijke wijze en roept twee rechtvaardigen vanuit uw midden tot getuigen en laat dit een ware getuigenis zijn voor Allah. Dit is een vermaning voor hem die in Allah en de laatste Dag gelooft. En voor hem die Allah vreest, zal Hij een uitweg bereiden.

3 En Hij zal hem onderhouden vanwaar gij het niet verwacht. En voor hem, die zijn vertrouwen in Allah stelt, is Allah toereikend. Voorwaar, Allah volbrengt Zijn voornemen, Hij heeft voor alles een maatstaf bepaald.

4 En indien gij twijfelt aangaande diegenen uwer vrouwen, die geen menstruatie meer verwachten, haar (wacht) periode is drie maanden, hetzelfde geldt ook voor degenen die haar menstruatie nog niet hebben gehad. En de wachtperiode voor de zwangeren duurt tot zij verlost zijn. En degenen die Allah vrezen, zal Hij van het nodige voorzien door Zijn gebod.

5 Dat is het bevel van Allah dat Hij u heeft geopenbaard. En wie Allah vreest, van hem zal Hij zijn fouten wegnemen en zijn loon zal vergroot worden.

6 Herbergt haar (van wie gij scheidt) in de huizen waar gij vertoeft, overeenkomstig uw middelen; en doet haar geen kwaad om het haar moeilijk te maken. En als zij zwanger zijn, onderhoudt haar tot zij verlost zijn. En als zij haar kind voor u zogen geeft haar vergoeding en beraadslaagt tezamen in vriendelijkheid; maar als gij het lastig voor elkander maakt laat dan een andere vrouw het kind zogen.

7 Laat hij die overvloed heeft geven uit zijn overvloed. En laat hij wiens middelen beperkt zijn, geven overeenkomstig hetgeen Allah hem heeft gegeven. Allah belast geen ziel boven hetgeen Hij haar heeft gegeven. Allah zal weldra verlichting verlenen na ongemak.

Paragraaf 2 Makkah gewaarschuwd.

8 Hoe vele steden kwamen niet in opstand tegen het gebod van hun Heer en van Zijn boodschappers! Wij riepen ze dan tot een strenge verantwoording en kastijdden haar met strenge kastijding.

9 Zo ondervonden zij het kwade gevolg van hun gedrag en het einde (hiervan) was de ondergang.

10 Allah heeft hun een strenge straf bereid; vreest daarom Allah, o gij mensen van verstand, die gelooft! Allah heeft inderdaad een vermaning tot u nedergezonden.

11 Een boodschapper, die aan u de duidelijke woorden van Allah voorbrengt, opdat hij degenen die geloven en goede daden verrichten uit de duisternis in het licht moge brengen; en wie in Allah gelooft en goed doet, hem zal Hij in tuinen toelaten waar doorheen rivieren stromen om daarin voor eeuwig te vertoeven. Allah heeft hem inderdaad een voortreffelijk onderhoud geschonken.

12 Allah is Hij Die de zeven hemelen schiep, en van de aarde desgelijks. 1302 Het gebod daalt in hun midden neder, opdat gij moogt weten dat Allah macht heeft over alle dingen, en dat Allah alle dingen in zijn kennis omvat.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1302 De op de deze plaats voorkomende verklaring, dat er zeven hemelen zijn en van de aarde de gelijke van hen, is veelbetekenend. In het Arabisch kan hetzelfde ding een samâ’ of hemel zijn ten opzichte van wat daaronder is en een ard of aarde ten opzichte van wat daarboven is. Vandaar is ieder der zeven hoofdplaneten (de aarde zijnde de achtste) zowel een hemel als een aarde, en dit wordt hier bedoeld. Het nederdalen van het besluit onder haar is door Moedjahid in dezen zin verklaard, dat daarop leven en dood bestaan.